Om het verschil tussen snelladen en gewoon laden te begrijpen, dienen we eerst het verschil tussen gelijkstroom en wisselstroom uit te leggen. Wisselstroom is het type stroom dat u het best kent en u thuis in al uw stopcontacten terugvindt. Hierbij fluctueert de stroom en spanning 50 keer per seconde heen en weer. Bij gelijkspanning blijven stroom en spanning continu even groot. De meeste toestellen werken op wisselspanning, maar de batterijen in uw auto hebben gelijkspanning nodig.
Net als de batterij in uw gsm dient u een omvormer te gebruiken om de wisselstroom uit uw stopcontact om te vormen naar gelijkstroom. Bij uw gsm zit deze in de adapter die in uw stopcontact steekt. De omvormer voor de batterijen in uw auto zit echter onder uw motorkap. Bij ‘gewoon’ laden wordt deze omvormer dus gebruikt en wordt er wisselstroom aan de auto aangeboden. Aangezien deze omvormer een dure component is in uw auto, beperken de auto-fabrikanten de capaciteit van deze omvormer. Dit kan bijvoorbeeld begrensd zijn tot 6,6kW (Nissan Leaf), 7,4kW (BMW i3) of 11kW (Tesla Model S).
Bij snelladen wordt er echter een vermogen van 30kW tot 100kW gebruikt. Dit is te veel voor alle omvormers in de bestaande auto’s. Daarom zijn snelladers uitgerust met een aparte omvormer in de laadpaal. Auto’s met een snellaad-functie weten dat bij zulke laadpaal rechtstreeks gelijkstroom geleverd kan worden aan de batterijen waardoor deze sneller opgeladen kunnen worden.
Om oververhitting van de batterijen bij zulke snelle oplaadvermogens te voorkomen dienen deze ook uitgerust te zijn met de nodige koeling voor warmte-afgifte.